vrijdag 27 juni 2014

Mooi artikel: niets aan toe te voegen!

„Dominéé... hóófd rechts”


Twaalf aalmoezeniers en legerpredikanten nemen morgen deel aan Veteranendag. Oud- legerpredikant ds. J. den Boer, hersteld hervormd veteraan, marcheert mee.
Veteranen trekken morgen massaal naar Den Haag. Bij duizenden, bij tienduizenden. Voor de tiende keer. Voor het eerst marcheren twaalf predikanten mee. Geestelijk verzorgers in de krijgsmacht.
De Nederlandse Veteranendag haalt alles uit de kast om van de jubileumeditie een succes te maken. De dag is een eerbetoon aan de 100.000 Nederlandse veteranen die zich hebben ingezet voor de vrede. Van Tweede Wereldoorlogveteranen tot en met militairen die zijn uitgezonden bij missies. Van Afghanistan tot Mali.
Nieuw is dit jaar de deelname van een detachement veteranen als aalmoezenier, dominee of humanistisch geestelijk verzorger. Zij marcheren mee ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan van de geestelijke verzorging (GV) in de krijgsmacht. Oud-krijgsmachtpredikant ds. J. den Boer, hersteld hervormd uit Nieuwleusen, doet voor de eerste keer mee. Groen pak, zwarte baret.
Eerste keer, spannend?
„Nou, het voelt voor mij als een thuiskomen.”
Voelt u zich een beetje veteraan?
„Eigenlijk wel. Ik vind het een eer om met de jongens mee geweest te zijn op missie in het buitenland. In Bosnië en in Afghanistan. Aan de zijlijn, ik heb natuurlijk niet aan gevechtsacties meegedaan. Maar ik was er als het nodig was. Als herder, ook voor die schaapjes.”
Hoe belangrijk is het werk van een legerpredikant?
„Het belangrijkste is de kerkdienst. Je krijgt te maken met jongens die nog nooit in een kerk zijn geweest. Je kunt hun op zondag iets uit het Woord meegeven, wat de hele week met hen meegaat. Verder vangt een GV’er als eerste de manschappen op na een gevechtsactie tijdens een missie. Hoe doe je dat? Je zegt niks. Gewoon niks.”
Hebt u vrucht op uw werk gezien?
„Ik heb legio voorbeelden. De jongens zagen mijn bardienst als de enige legale manier om de dominee aan te spreken. Bardienst met koffie en soep. ’k Heb veel gesprekken gevoerd. Je weet nooit of het van betekenis is geweest. Dat zal de eeuwigheid laten zien. Maar de Heere werkt nog.”
Een geestelijk verzorger mag morgen alleen deelnemen aan het defilé van de koning als hij vóóraf heeft leren marcheren. De predikanten hebben drie weken geleden in Schaarsbergen geoefend. Met een commandant van de Luchtmobiele Brigade.
Kunt u een beetje exerceren?
„Uiteraard. Ik heb 28 jaar in dienst gezeten, vanaf 1969. Bij de marechaussee, bij de artillerie, bij de cavalerie, dus ik weet wat marcheren is.”
Hebben al die dominees het marcheren een beetje onder de knie?
„Haha, ja. Een stelletje kakelende predikanten bij elkaar. Die commandant kreeg toch grijze haren van ons. Want je moet juist in stilte exerceren. En dominees zijn zó eigenwijs. Bij het commando:
„Linksom” – gaan dominees rechtsom. Krijgen ze de opdracht de armen iets hoger op te zwaaien, dan lopen de dominees te klagen: Maar waarom is het zó niet goed? We hebben wel twintig keer geoefend.”
Waar moet je bij de exercitie tijdens het defilé op letten?
„Op de opperhoofddominee. Die bepaalt het tempo en de richting. Iedereen loert vanuit z’n rechterooghoek naar de rechter voorman, dat is de hotemetoot. Naast de groep loopt iemand die de bevelen geeft. Bij het passeren van de koning klinkt het commando: „Hóófd rechts.” Even later: „Hóófd front.” Zo simpel is dat.” Hebt u lang moeten nadenken over deelname aan het defilé?
„Geen seconde.”
Wat is de waarde van Veteranendag?
„Respect voor de veteranen. Zij moeten tijdens missies soms hun leven wagen in dienst van vrede en veiligheid. De waardering daarvoor in de samenleving mag wel wat hoger. Manschappen die op uitzending zijn geweest, komen anders terug dan toen ze vertrokken. We moeten begrip hebben voor die mannen en vrouwen die moeite hebben om hun plaats in de samenleving weer in te nemen.”
Veteranen hebben soms hun leven gewaagd, geestelijk verzorgers niet. Passen zij wel op een veteranendag?
„Absoluut. Een geestelijk verzorger bevindt zich 7 keer 24 uur in dezelfde situatie. Hij krijgt dezelfde opleiding, hetzelfde bed, dezelfde legertent. Geen enkel verschil. Van de deelnemende veteranen heeft de helft grote risico’s gelopen, de andere helft niet. Dat weten we van elkaar en accepteren we. Er zijn ook mensen voor logistiek en geneeskundige troepen nodig.” Heeft de kerk voldoende aandacht voor veteranen, voor militairen?
„De waardering kan stukken beter. Het kost onze gezindte moeite om militairen mee te nemen in de voorbede. Het soldaat-zijn zit vooral in de rechterflank in de verdachte hoek. Totdat Poetin aan de grens staat te kloppen... De grens houdt niet op bij Arnhem.”
Zijn de gevaren niet groot voor een christen in de krijgsmacht?
„Een misvatting. Dat zijn clichés die voortkomen uit de tijd van de oude dienstplicht. De krijgsmacht is een stuk schoner dan de samenleving. Als je in dienst twee keer dronken bent, sta je op straat. Dan doet een baas in de burgermaatschappij niet. In de krijgsmacht geldt zero tolerance. Wordt er drugs gevonden, dan word je afgetikt.”
Bent u niet wat optimistisch?
„Nee. De krijgsmacht bestaat uit allemaal professionals, die bezig zijn met uitzendingen, oefeningen, trainingen. Iemand die leegloopt, vliegt er gewoon uit. Want dan ben je niet betrouwbaar. Als militairen tijdens een missie de poort uitgaan, moeten ze op elkaar kunnen vertrouwen. Anders kan het mensenlevens kosten.”
Kan dienen in de krijgsmacht een roeping zijn voor een christen?
„Volgens Johannes wel. Als soldaten aan hem vragen: Wat moeten wij doen, zegt hij: „Wees een goed soldaat.” Een christen heeft de plicht zich in te zetten voor vrede en veiligheid.”

donderdag 19 juni 2014

Groepsinterview

Vandaag heb ik een afspraak voor een groepsinterview met andere thuisfronters. Ik heb geen idee wat mij te wachten staat, dus ik ging een beetje blanco op weg. Wel was het onderwerp bekend; namelijk:
 "Het effect op het thuisfront tijdens missies". Aangekomen op de plaats van bestemming werden we gelijk lekker verwend met belegde broodjes, drinken, fruit en een enthousiaste dame die het gesprek zou leiden. Nadat ik het eerst nog wat spannend vond, was er al gauw een klik en voelden we ons op ons gemak bij elkaar. Na ons te hebben voorgesteld gingen we gelijk aan de slag met het interview. Nou, ik kan zeggen dat het een verademing is om met gelijkgestemden te praten. Deze vrouwen weten wat het is als je man maanden van huis weg gaat. En hoe je het allemaal alleen moet zien te rooien! En ze zeggen tenminste niet dat jij of je man er toch zelf voor heeft gekozen. Nee, er is begrip en we kunnen heerlijk ronduit vertellen wat ons bezighoudt, waar we tegenaan lopen en hoe we met de missies van onze mannen omgaan. Vragen als: hoe kijkt je omgeving tegen de missies aan, hoe los je problemen op, krijg je hulp en hoe spreken jullie de communicatie af, komen aan de orde.Ik herken veel, maar sommige situaties zijn helemaal nieuw voor mij. Ook onze kinderen komen aan de beurt; hoe gaan zij ermee om als papa zolang weg moet? Hoe bereid je ze er op voor en wat laat je achter voor tastbaars van papa. Er zijn een paar vrouwen met heel jonge kinderen, die amper beseffen wat een missie inhoudt. En elk van ons heeft zo haar eigen dingen om de kinderen voor te bereiden op het weggaan en wat te doen als papa weg is.Ook over de school praten we. Een vrouw vertelt over de tegenwerking die ze krijgt van de directrice. Ze had namelijk vrij gevraagd voor de dag van afscheid en voor het ophalen. Ze kreeg zoveel tegenwerking dat ze bij de medaille-uitreiking het kind maar ziek heeft gemeld.Vreemd toch? Gelukkig heb ik dit zelf nog nooit meegemaakt, maar krijg altijd alle medewerking. Er wordt voorgesteld om dit eens bij defensie neer te leggen, is er een informatiebrief nodig? Ikzelf vind het wel erg belangrijk dat de school weet heeft van de missie en dat er openheid is naar de groep waar je kind in zit. Ze brengen veel uren door op school en dan moet je zoon of dochter zeker de ruimte krijgen om er over te vertellen, maar de juf of meester moet ook op de hoogte zijn. We wisselen wat titels van boekjes uit die kunnen helpen bij de informatie over een missie. Er komen ook een paar prachtige tips naar voren, die ik zeker ga onthouden voor mijn kinderen. Ik kom hier vast en zeker op terug in mijn blog. En als het interview verschijnt zal ik de link weergeven. Ik ben zo benieuwd wat degene die de aantekeningen heeft genoteerd er van gaat maken! We krijgen binnenkort het concept en mogen er dan commentaar op geven.
En wat als je man terugkomt, hoe gaan we daar mee om? We zijn het er allemaal over eens dat dat zeker weer wennen is. Natuurlijk overheerst eerst de blijdschap van het weerzien, maar daarna moet je allebei weer een nieuw ritme zien te vinden. Het voelt een beetje aan als de teugels uit handen geven. Toen hij weg was, moest je alles zelf doen, nu hij terug is, gaat zijn mening ook tellen en neemt hij dingen van je over.
Als ik zo naar de verhalen van de anderen luister en hoor over mannen die niet meer praten of totaal verbijsterd terugkomen of drie keer in een jaar weg moeten.... dan heb ik het nog aardig getroffen en ben overgelukkig met mijn eigen militair. Zo vliegt de tijd, we moeten het afronden. Blogs worden uitgewisseld, stevige handdrukken gegeven: dit was een heerlijke middag! En we zullen er alles aan doen om meer waardering te krijgen voor onze militairen en zeker ook voor de thuisfronters!

woensdag 11 juni 2014

De Veteraan



Wanneer ben je een Veteraan? Zijn dat de oudere militairen die nog in de Tweede Oorlog hebben gevochten? Of ben je een veteraan als je heel veel medailles op je borst draagt? Ik vind iedere militair die voor kortere of langere tijd is uitgezonden geweest naar het buitenland en daar zijn taken heeft volbracht, een veteraan. De Nederlandse maatschappij mag best wat meer aandacht en respect opbrengen voor deze mannen en vrouwen. Want als militair en als thuisfronter word je vaak in een verdedigende rol geduwd. 
Wat doet jouw militair dan? Waarom gaat hij weg? Hij is zeker altijd weg? Tja, hij heeft er zelf voor gekozen! Ik wordt daar wel eens moe van. Maar in de maand juni gloort er altijd hoop en komt er meer belangstelling voor de veteranen, want dan is het immers Veteranendag! Dit jaar op zaterdag 28 juni. Je kunt naar Den Haag om dit te vieren, maar ook op kleine schaal in eigen stad of dorp wordt er aandacht gegeven aan dit fenomeen. 
Er bestaan in Nederland meerdere  inloophuizen voor Veteranen  waar ook een klein feestje wordt gevierd op Veteranendag. Gisteren was ik even in zo'n inloophuis. Het voelt fijn om als thuisfronter zo naar binnen te kunnen wandelen. Je hoeft je daar niet te verdedigen, maar wordt begrepen. Het is fijn om zo een vangnet te hebben waar je even een bak koffie kunt halen of een blikje cola en gezellig kunt praten met de mensen die aanwezig zijn. Toevallig kwam gisteren de aalmoezenier op bezoek. Deze pater heeft de zorg voor veteranen op zich genomen en ging alle inloophuizen langs voor een bezoekje. Een goede zaak! Verder vertelt hij over de missies bij de marine en hoe vaak je eigenlijk weg bent. Hoe moet dat voor de mensen thuis zijn? Nou, niet altijd leuk natuurlijk. Instemmend wordt er geknikt en komen er verhalen over lange missies op zee. Heel saai soms. Varen, tegen de piraterij in Somalië, helemaal naar de West en de eilanden Bali, Java....
Even is het stil, iedereen met zijn eigen gedachten, misschien even terug op het schip?
Naast mij zit een oudere man. Dienstplichtig geweest in de Tweede Wereldoorlog, jaren gewerkt bij de marechaussee, zijn vrouw vorig jaar overleden. Zelf net terug uit het ziekenhuis: "Ja, ik had pijn bij mijn hart. Maar de dokter zei, je hebt altijd zoveel gesport dat hart is oersterk." Hij moest er zelf hard om lachen. Bij mij groeit diep respect. Hij vertelt over zijn jaren als dienstplichtige. Hij moest naar Indië: 3,5 jaar lang! Ik slik even; oei dat is wel erg lang, ik vind drie maanden al zo eindeloos duren! En hoe hield u contact met het thuisfront? "Ik schreef elke week een brief, soms een heel lange, naar huis. Ja dat was een moeilijke, maar mooie tijd. Ik heb ook veel geluk gehad. Anderen zijn omgekomen, maar ik heb zolang van mijn vrouw mogen genieten, ik heb zoveel herinneringen."
Meid, kom maar gerust hier, zeggen de andere aanwezigen. Je kan je verhaal kwijt net zoals wij doen. En we staan voor 200% achter onze militairen. Kijk, daar word ik nu helemaal blij van! Mijn respect voor alle militairen is nog meer gegroeid en mijn wilskracht om dit uit te dragen ook. Lang leve het Veteraneninloophuis!



dinsdag 3 juni 2014

Rage

Rage

Op dit moment is er een rage aan de gang met kleine elastiekjes. Elastiekjes in alle kleuren van de regenboog kun je kopen. En heel mooie creaties van maken. Meestal worden er armbandjes gemaakt, al heb ik ook ringen, figuurtjes zoals een pinguin en een hartje voorbij zien komen. Ontzettend leuk!
Meestal houd ik niet zo van die rages; het is even helemaal in en dan ligt al dat materiaal er weer. Maar als je er veel creativiteit in kan stoppen en leuke resultaten mee kunt maken dan loop ik ook gauw warm! Jaren geleden was dat ook met plastic, namelijk scoubidou. Uren hebben we daar mee geknutseld en jaren hing er een wokkel van 16 draadjes gevlochten scoubidoudraadjes aan mijn fietssleutel. Tot het ophangdraadje een keer brak en ik de sleutelhanger kwijt was. Op naar iets nieuws!
Dus voor mijn dochters ook een doos met allerlei materiaal aangeschaft en op een regenachtige woensdagmiddag aan de gang gegaan. Grappig om te zien hoe kinderen dat natuurlijk veel eerder en beter op pikken dan dat ik dat doe. Ik wil dat eerst even bekijken en rustig de handleiding lezen. Terwijl de meiden dit op school allang hebben gezien en hup aan de slag gaan.
Ik had praktisch nagedacht en gelijk een doos met al het materiaal ingeslagen waar 600 elastiekjes bijzitten. Dan kunnen we in ieder geval een poosje vooruit, dacht ik…. Wat schetst mijn verbazing dat de bodem van de doos na twee dagen knutselen al in zicht is? Het moet ook steeds mooier en groter en daar gaan weer meer elastiekjes in zitten. Tjonge waarom bedenk ik niet zoiets? Ben je in één elastische periode rijk!
Gelukkig kan je overal losse zakjes elastiekjes kopen en zelfs oma had al ingeslagen voor haar kleindochters! Nu kwam de jongste op het idee om er één voor papa te maken. Eerst ging ze zelf lekker aan de slag en het werd een bont geheel. Ja, zo zei ze, mama, als papa dan weg is hè, dan kan hij aan mij denken want ik heb dat armbandje voor hem gemaakt. Wat een lieve gedachte!

Terwijl manlief en ik nog extra elastiekjes aan het kopen zijn, zien we ineens een zakje liggen wat wel erg toepasselijk is: de soldatenkleuren donkerbruin, lichtbruin en groen. Die nemen we mee! Thuis werd er gelijk een armbandje opgezet door de jongste. Die had echter zelf ook een projectje wat af moest, dus overgedragen aan de ander. Een poosje later zie ik het bandje onaf op tafel liggen. Ach dat kan ik ook wel afmaken toch? En zo komt het dat er even later heel trots door drie dames het bandje wordt gepresenteerd. We hebben er alle drie aan gewerkt, dus kan je als je het draagt, aan ons alle drie denken! En jawel, deze militair draagt met trots zijn armbandje. Nu nog op zoek naar elastiekjes met woestijntinten.